Het voortplantingsstelsel bestaat uit verschillende organen met hun eigen kenmerken en functies.

Voortplanting

Het voortplantingsstelsel is bij de vrouw minder goed te zien dan bij de mannen, de meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik.

1. In de baarmoeder vind de ontwikkeling van de Embryo plaats, een Embryo is een ongeboren mens in de eerste fase van ontwikkeling.
2. De eileider vervoert eicellen, een eicel is een cel bij vrouwen waaruit na bevruchting, door een spermacel, een nieuw leven ontstaat.
3. In de eierstokken vindt de ontwikkeling van de eicellen plaats dit wordt gestimuleerd door hormonen uit de hypofyse, dat is een kleine en belangrijke klier midden in je hoofd onder de hersenen, eicellen ontwikkelen zich in follikels, dat zijn velletjes waarin de nog onrijpe eicel zich bevindt.
4. De trechter vangt de eicel op na de eisprong.
5. De blaas is een lichaamsdeel waar de urine tijdelijk wordt opgeslagen
6. De urineleider vervoert urine van de blaas naar buiten.
7. In de vagina komt de sperma van de man tijdens een geslachtsgemeenschap
8. Kleine schaamlippen produceren slijm waardoor de ingang van de vagina glad wordt. 
9. Baarmoederslijmvlies
10. Baarmoederwand
11. Baarmoedermond

Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina.
Grote schaamlippen liggen om de kleine schaamlippen
De clitoris vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme, een orgasme is een hoogtepunt tijdens seks.

Hormonen

Hormonen zorgen onder meer voor de stofwisseling, de groei en het immuunsysteem. Ze spelen een rol bij bijna alle fysieke klachten, ziekten, gedragsstoornissen en verouderingsverschijnselen. Hormonen bepalen ook hoe veel energie je verbruikt en zijn daarnaast van invloed op jouw humeur, bijvoorbeeld tijdens zwangerschap of vlak voordat je ongesteld moet worden. Verder bepalen hormonen of er spiermassa of vet opgebouwd wordt. Bij de meeste mensen raken hormonen uit balans door slechte eetgewoontes, stress of een verkeerde beweeggewoontes.

Hormonen die een rol spelen bij het voortplantingsstelsel van de vrouw zijn Oestrogeen en Progesteron.

Oestrogeen is het vrouwenhormoon
Oestrogeen speelt een belangrijke rol in de menstruatiecyclus en bij de borstgroei. Dit hormoon beschermt jou tegen hartziekten en beroertes, verbetert je geheugen, energie en humeur. Het verlicht symptomen van de overgang, dat is de periode dat je niet meer vruchtbaar bent dit is rond je 50e en 52e, zoals hoofdpijn, stemmingswisselingen, een opgeblazen gevoel, opvliegers, vermoeidheid, botontkalking en een afnemend libido.

Progesteron is het zwangerschapshormoon
Progesteron is van invloed op je menstruatiecyclus en speelt een grote rol bij zwangerschap. Het zorgt ervoor dat jouw lichaam minder vocht vasthoudt. Progesteron zorgt voor een betere nachtrust en beschermt je tegen angst en prikkelbaarheid.

Bevruchting

Als je een kindje wil, moet je eerst bevrucht worden door een man. Tijdens een bevruchting smelt de kern van een zaadcel met de kern van een eicel. Dit vindt plaats in de eileider. Een eicel kan maar door 1 zaadcel worden bevrucht.  Als de eicel is bevrucht kan de embryo in de baarmoeder groeien en naar 9 maanden is het kindje volgroeit. Een bevruchte eicel deelt zich een aantal keer het klompje cellen dat dan ontstaat wordt naar de baarmoeder vervoerd. Als het klompje cellen zich vast zet in het baarmoederslijmvlies noem je dat de innesteling. Dit gebeurd tijdens een bevruchting.